Over moeilijk gedrag, onderzoeken en diagnoses binnen ons gezin.

donderdag 29 december 2011

Boos? En dan?



Klik hier voor meer info
    Na deze moeilijke middag van gesprekken merken we bij Stijn direct een verschil. Is het erkenning van zijn boosheid? Erkenning van het feit dat hij het moeilijk heeft met zichzelf en anderen? In elk geval is Stijn een stuk minder boos en begint hij meer te praten over wat er in zijn binnenste speelt.
Op een boekenbeurs kocht ik een boek, je ziet hem hiernaast: "wat je kunt doen als je te snel boos bent". Er is een hele serie van en hij is absoluut aan te bevelen.
Het eerste hoofdstuk begint heel mooi, over autorijden en iedereen die een andere weg gaat. Zo gaat het met boosheid ook: iedereen neemt een andere weg om het te uiten. Stijn is er helemaal opgelucht van. Hij is erg enthousiast over het boek en vraagt me wanneer we snel weer verder gaan. Ik geef hem eerst maar eens rustig een week om over dit eerste hoofdstuk na te denken, zodat het kan 'landen'.
Een week later is hoofdstuk twee dus aan de beurt. Samen zoeken we weer een rustig plekje: samen op zijn bed in de beslotenheid van de slaapkkamer. Deur dicht en ongestoord kruipen we samen weg.
Dit tweede hoofdstuk is met een opdracht: haal de stofzuiger, stop de stekker voorzichtig in het stopcontact, haal de voorste slang er af en zet de stofzuiger aan. Voel nu met je hand aan de opening. Wat voel je: de stofzuiger zuigt je hand naar binnen. Zo kan het ook gaan met boosheid. Het kan je helemaal naar binnen zuigen. Opvreten. Wat kun je doen om de zuigkracht niet/minder te voelen? Je hand aan de kant halen. Wat kun je doen als boosheid je van binnen verteert? Eruit stappen. Juist. En dát blijkt nu dus zo moeilijk.
Er worden verder nog diverse voorbeelden en tips gegeven hoe je uit de boosheid kan stappen. En sommigen zijn voor Stijn, met zijn zeven jaren, te hoog gegrepen. Maar hij weet nu wát hij kan doen en dat we zijn problemen zien. Opeens is onze boze, kwade jongen veranderd. We merken een rustiger kind op, een die met zijn boosheid kan handelen.
Helaas, dat snap je wel, is het maar voor korte duur. De toepassing is maar even mogelijk en na een paar weken is er nog maar weinig van te merken.
Boek nog een keer lezen? Ik denk het, ja. Of kort maar krachtig de belangrijkste punten opschrijven en herlezen voor hem. Er in stampen en automatisch maken. Dat laatste is natuurlijk het moeilijkst. Maar ja, hij is pas zeven. Is boosheid niet voor iedereen moeilijk? Ik kan je vertellen dat zelfs ik veel van het boek heb geleerd! Warm aanbevolen dus.

dinsdag 27 december 2011

Naar huis

Blij en enthousiast komt Stijn naar de wachtkamer huppelen. Zo hé, dit was echt leuk. Hij is ook moe, maar dat is niet meer dan logisch. Omdat ik net nog eens koffie had gepakt mag hij ook nog een beker drinken. En daarna vertrekken we rustig lopend naar de bus.
"En, vraag ik hem, wil je er nog wat over vertellen aan me? Of niet?" Het blijft even stil.
Dan klinkt het zacht:"Liever niet".
"Oke vent, ook prima hoor. Maar als je er over wilt kletsen zeg je het maar, dan kunnen we het altijd nog doen.
Hij wil wel nog één ding weten: "Wanneer gaan we hier weer heen?"
Ik leg hem uit dat de mensen nu eerst gaan kijken hoe ze ons het beste kunnen helpen. Daarna krijg ik een uitnodiging voor een gesprek en dan pas is het weer zijn beurt. Dus, voorlopig niet.
Een diep zucht volgt: opluchting? Of toch een beetje jammer? Terwijl ik hoop op die laatste, houd ik het toch maar op die eerste.
Samen wachten we op de bus. Terwijl de auto's langs razen turen wij de verte in. Waar blijft die bus nu?
Eindelijk! Daar komt-ie aan! Als we instappen bied ik de chauffeur het toen nog geldende strippenkaartje aan. Dan klinkt de vraag: "Is hij al ouder dan vier?", wijzend op Stijn. Nou moe! "Hij is zeven", antwoord ik wat gepikeerd. Hallo zeg. Heeft hij er geen verstand van, of lijkt Stijn nu echt zo jong? De radartjes gaan weer. Het gepieker begint weer. Stel je toch eens voor zeg. Nog een kind met autisme. Zou dat te doen zijn? Zou ik dat redden? Zouden we dat samen, als man en vrouw en als gezin wel gaan redden?
Stop! roep ik mijn gedachten een halt.
Geen zorgen voor de dag van morgen. Heeft elke dag niet genoeg om je zorgen te maken? Eerst maar eens naar huis. En dan rustig afwachten! Wachten op de brief. Op een uitnodiging voor een gesprek. Om te horen wat anderen hebben besloten. Zó frustrerend!

dinsdag 20 december 2011

Foutje!

Natuurlijk! Ik had de dame van Soele ook verteld over Stijn en Soele. Dat die combinatie niet zo lekker ligt en dat we Stijn dus niet verteld hebben dat we hierheen zouden gaan. Ze zou meewerken.
"Weet u, hij kan beter eerst een positieve ervaring hebben. Na dit bezoekje vertel ik hem waar hij is geweest." Ze begrijpt het. Soms is dat gewoon beter en krijg je je kind makkelijker mee.
Goed. We waren dus richting spelkamer. We krijgen een stoel aangeboden en Stijn kijkt zenuwachtig om zich heen. Bij het zien van al het speelgoed, wordt zijn  blik langzaam maar zeker anders: van zenuwachtig naar geinteresseerd. Als we zitten, met de koffie voor onze neus begint mevrouw het gesprek. Met een standaardvraag:
"En Stijn, weet je waarom je hier bij Soele bent?"
AAAAHHHHHHH
Dan gebeurd er van alles. Nee, Stijn ontploft niet. Stijn houdt zich een beetje in. Hij is per slot van rekening niet thuis. Maar de tranen springen in zijn ogen en zijn gezicht wordt wit van schrik. Onthutst kijkt hij mij aan. En ik lees het: verraad! Verraad! Help! Ik ben er in getrapt!
Intens verdrietig zit hij te huilen, zich totaal geen raad wetend met de situatie. Schokkende schouders en betraande ogen laten zien hoe hij van rustig naar opeens enorm boos is.
Dit alles gebeurd in een paar seconden. Ik kijk de vrouw aan. Zij mij. Verontschuldigend.
Tegelijkertijd richt ze professioneel haar blik op Stijn:
"Sorry knul, dat had ik beter anders kunnen vragen he." Prompt vertelt ze wat Soele zo al doet en dat ze geen prikjes geven. Stijn wordt wat rustiger. Hij verzet zijn tegenzin en gaat met de intaker aan het werk. Ze kletsen wat en de kaarten met emoties liggen overal op tafel. De emoties binnen deze kamer zakken wat. Allemaal komen we weer tot rust.
Dan is het tijd. Tijd voor mij om naar de wachtkamer te gaan. Daar wachten op Stijn. En dan samen met de bus naar huis.
Ik geef Stijn een zoen en veeg mijn eigen tranen nog eens af. Wat een gedoe. Wat een blunder. Maar wat pakt hij het uiteindelijk toch nog goed op. Mijn eigen knappe, stoere, prachtige kerel. Hij doet toch nog zó zijn best, na zoveel verraad. Ik ben apetrost op hem! Maar op mezelf niet. En toch. Het was de beste weg die mogelijk was. Want nu was Stijn daar waar hij zijn moest. En anders, als ik hem de hele waarheid had verteld, had ik hem nooit hier binnen gekregen.
Hm, nu ik dit zo type denk ik: van wie zou hij dat toch hebben?

vrijdag 16 december 2011

Intake (2)

Goed. De gezinssituatie is besproken. Kort maar krachtig. Heftig zat. En dan maar verder gaan he. Ik weet niet of jullie wel eens op een intake zijn geweest, maar ik vind het afschuwelijk. Ze beginnen al bij de zwangerschap en gaan door tot nu. Gelukkig is Stijn pas 7 jaar. Dat scheelt weer...
Gelukkig waren er bij de zwangerschap van Stijn totaal geen bijzonderheden. En bij de bevalling ook niet. Al is het helemaal geen leuk werk, dat verhaal zal ik je besparen. Stijn brak zijn schouderbeentje of zo, maar daar heeft hij geen last van gehad. En ik vraag me af wat dat met zijn problematiek van vandaag te maken kan hebben. Maar vooruit.
We nemen alles rustig door. Gelukkig had ik al veel op papier gezet in de tijd dat ik nog twijfelde over onderzoek. Dat papier had ik samen met die ellenlange vragenlijst meegestuurd. De verhalen die jullie al gelezen hebben over rouw en afscheid komen aan bod. En het (niet) lezen en de rest van het cognitieve bespreken we uitgebreid. De vragenlijsten van school waren ronduit positief over Stijn. Dat herken ik wel ja, ook bij de dochters. Op school heel lief en aardig, thuis niet te genieten en druk. Het helemaal niet kunnen kiezen. Het grijpen naar wapens, als aardappelschilmesjes en scharen. Het bijten en ander fysiek geweld. Al die dingen worden besproken. En ik wil het niet. Ik wil niet weer terug naar al het negatieve van mijn kind. maar ik moet. Hij is nu immers superongelukkig en boosaardig. Stom woord. Boos-aardig. Gewoon boos, woest, driftig. Ik doorleef de holding die ik met hem deed en waarvoor ik complimenten krijg. Ja maar, hij wordt me nu al haast te sterk. Want voor een holding kun je wel een half uur uittrekken en zo'n 150 kilometer energie. Dat heb ik niet. Vaak komen zijn driftbuien ook op tijden dat holding gewoon niet kán. Zet ik bijvoorbeeld net een pan op het vuur, met de bak en braad. En dan, net op het moment dat de jus bijna bruin is en goed voor het vlees, breekt de boel los. Zeer zwarte jus krijg je dan. Of rode pannen, met de vlam erin. Brr. Gelukkig is er altijd nog zo iets als het gas uitdraaien, maar je begrijpt vast wel wat ik bedoel. Soms kan het gewoon niet. (Tussen haakjes: holding is: je zeer boze kind vastpakken en het stevig vasthouden. Zeggen dat je van hem houdt en vasthouden. Blijven vasthouden en blijven zeggen dat hij geliefd is. Het kind blijft vechten, maar geeft zich uiteindelijk over en komt tot rust. Stijn is hier niet zo goed in, vandaar dat half uur...)
Terug naar onze intake. We praten een uur lang. En dan ben ik ook helemaal total loss. Tot slot zegt de intaker dat ik gerust kan zijn. Stijn is zo gevoelig, die kán geen autisme hebben, want dat past niet bij kinderen met autisme. Huh? Krijg nou wat? Hier knap ik helemaal op af. Want ik reken wél op autisme. En daar heb ik ervaring genoeg mee. Met iets anders niet hoor. Dat kan ik er echt niet bij hebben, geloof ik.
Ik ben blij als ik de gang weer doorloop terug naar de wachtkamer. Onderweg komen we Stijn tegen, met papa. En terwijl ik met Stijn en de intaker naar de spelkamer loop, vlucht papa snel weer naar huis.
Maar toch ben ik trots op hem: hij heeft eindelijk een voet over de drempel gezet. Wat een overwinning!

zaterdag 10 december 2011

Intake

Maandag. De dag van de intake. 's Morgens gaat Stijn natuurlijk gewoon naar school. Voor de middag meld ik hem af, in verband met 'externe begeleiding'. Mooi woord he, voor zo'n irritant gesprek.
Zodra Stijn opgehaald is door Joost, vertellen we hem het een en ander over Soele.
We gebruiken niet díe naam. Hij heeft er zo'n aversie tegen. Op school heeft hij gehoord dat ze je daar prikjes geven. Gelukkig is dat niet zo. Pilletjes wel ja, soms. Maar de aversie bleef. Nu kiezen we er dus voor om  het anders te brengen. Dat we gaan praten over hoe het met je gaat, thuis en op school en met vriendjes.  En dan is daar iemand die je kan helpen. Een soort schoolarts is het waar we heen gaan.
Stijn vraagt niet verder, maar begint heel hard te huilen. Hij vindt het zo vervelend dit te moeten doen. Tegelijkertijd ziet hij erkenning, dat vindt hij juist fijn!
Dan is het tijd. Tijd voor mij om te gaan. Met de bus. Tien minuutjes lopen, tien minuutjes bus en dan ben ik eigenlijk al direct bij het gebouw. Alles gaat voorspoedig en ik neem op mijn gemak, zo lijkt het, een bak koffie. Een plastic bekertje trouwens. Dat drinkt niet zo lekker, maar vooruit.
Keurig op tijd word ik geroepen en maak ik kennis met de intaker, die voorlopig, zonodig, ook onze begeleider zal zijn.
Ik loop achter haar aan het gebouw door. Lange gangen met vele deuren, dat is overal hetzelfde. Dan zijn we er.
"Neemt u maar ergens plaats ', stelt de dame me op het gemak. Even later zitten we tegenover elkaar en kan het gesprek beginnen. Het lijkt een wedloop, zo intensief. Alleen die eerste vraag al:
"Ik zie dat u alleen bent gekomen???" Kort leg ik iets uit over het hoe en waarom. En volgens mij was dat het meest intensieve van het hele uur! Zo lastig om over je man te zitten praten. Net of ik hem verraad. Net of ik hem afval. Net of hij mijn man niet is. Terwijl we zo gelukkig zijn met elkaar en veel van elkaar houden. Daarom houd ik het kort. Per slot van rekening kom ik voor Stijn toch?

woensdag 7 december 2011

Gesprek onder vier ogen

"Joost. Ik breng nu de jongens naar bed. Daarna wil ik even met je praten." Zo begin ik ons gesprek.
Bijna is het zover dat Stijn naar Soele moet, het onderzoeksbureau. Hoog tijd voor een praatje met manlief.
Eenmaal gesetteld beginnen we ons gesprek.
"Afgelopen maart heb ik Stijn aangemeld bij Soele, weet je wel. Waar Thera ook is geweest."
"Ja? Nou ja, dat jong spoort echt niet, dus. Hij zal ook wel wat autistisch hebben."
Ik ben verbaasd. Ik had er voor gebeden, voor begrip en behulpzaamheid en nu is mijn man het direct met me eens! Wow!
We praten nog wat door over het autisme binnen ons gezin en op wie Stijn dan zou lijken. Welke vorm hij dan zou hebben. En hoe we dat allemaal blijven redden.
Dan komt het praktische deel. Ja, want Stijn moet er ook nog kómen. En ik moet een uur eerder voor de intake aanwezig zijn. Wij eigenlijk...
"Hoe gaan we dat doen? Weet jij een oplossing?" Zo vraag ik Joost.
Het is zo goed voor hem als hij met de oplossing komt. Dan denkt hij mee en is hij meer betrokken.
"Ik ga in elk geval niet mee op gesprek."
Oke, dan weet ik dat. Prima.
Ik voel het. Ik stap over mijn eigen grens. Alweer. Prima zeg ik! Terwijl van binnen alles heen en weer schud. Terwijl ik zou willen schreeuwen en huilen. Maar dat helpt toch niets, dus: prima!
"Waarom wil je niet mee?"
"Ik houd er niet van, dat weet je toch zo onderhand wel!"
Jawel... En ik vind het geweldig mijn kind aan te melden en voor een vierde keer zo'n intake te doen.
Maar vooruit. Niet aan denken nu. Het belang van Stijn gaat voor. Voor alles? Ja! Voor alles. Momenteel wel.
Gelukkig ziet Joost het wel zitten om Stijn te brengen. Ik leg hem uit hoe hij er kan komen en we spreken af elkar in de wachtkamer te ontmoeten. dat is fijn. Dan hoeven we in elk geval geen 'buitenstaanders' te regelen. Zelf ga ik dan met de bus. En samen gaan Stijn en ik met de bus terug. Nou, dat laatste vindt hij vast geen straf!
"O ja, nog één ding. Stijn wil helemaal niets met Soele te maken hebben. Zeg hem maar dat hij naar de schooldokter gaat. Anders krijgen we hem echt niet mee. Wie weet ervaart hij later, hoe fijn Soele kan zijn".

zaterdag 3 december 2011

Intake-uitnodiging

Het wachten op de intake duurt lang. De post is al geweest met de vragenlijsten. Eén voor school, één voor thuis. Van die heerlijke vragen over het gedrag van je kind. Over zijn sociale leven. Over zijn boosheid. Over zijn eetgedrag (beroerd dus..), zijn slaapgedrag en zijn vriendelijkheid ten opzichte van andere kinderen. En ga zo nog maar even door. Nee, deze lijst is niet  1,2,3 ingevuld. Daar moet ik toch echt even voor gaan zitten.
De lijst voor school lever ik persoonlijk af bij de juf. En ik tast wat in de diepte, als ik vraag wie de lijst invuld. De ene juf heeft hij in groep één ook al gehad en is dus nog vertrouwder met Stijn als de andere juf. De juf stelt me gerust: "Dat doen we samen!"
Na meerdere telefoontjes en dagelijkse hoop bij de post komt eindelijk de oproep voor de intake.
Het zal op 30 mei plaatsvinden. Eerst een gesprek met ouders, daarna met Stijn.
Ja. En dan komt net voor die tijd wel de dag dat ik Joost moet gaan vertellen over dit bezoek. Hij is die maandag vrij. Ik heb zijn hulp nodig om Stijn daar te krijgen. Want ik wil niet dat Stijn een uur lang alleen in de wachtkamer zit. Stijn ook niet trouwens. Dus het zou fijn zijn als Joost Stijn wil brengen. Het zou nog mooier zijn als hij mee wil naar de intake. Dan regelen we voor Stijn gewoon iemand anders. Maar bovenal is hij mijn man en Stijns vader. Hij hoort dit te weten. Dus verzamel ik een beetje moed. Ik ben niet bang voor Joost, hoor, ha gelukkig niet, maar zijn reactie vind ik wel spannend... Dus, wordt vervolgd!