Over moeilijk gedrag, onderzoeken en diagnoses binnen ons gezin.

woensdag 22 februari 2012

Voorjaarsvakantie = voorjaarsschoonmaak!

Maandagochtend.
"Kom Stijn, mee naar boven. We gaan aan het werk".
Vanmiddag komen ze namelijk voor het rolgordijntje, welke kapot is, maar die arme mannen kunnen er werkelijk niet bij komen. Echt, Stijn is zo'n vreselijke zooimaker, rommelkont en troepverzamelaar!
Dus, de eerste dag van de vakantie moet er aan geloven. Niet slim, want waarschijnlijk kan ik volgende week zo weer beginnen, maar vooruit. Terwille van die rolgordijnmannen en hun alziend oog...
Eenmaal boven op zolder, Stijn heeft de grootste kamer, kijk ik eens rond en zucht diep. Vloerbedekking hadden we echt niet hoeven leggen hoor, daar zorgt Stijn wel voor.  Op de knieen dan maar. Puinzooi ruimen, van pakweg twee weken? Of was het er één?

Stijn helpt mee. Hij pakt en verplaatst en rommelt wat aan. Tot ik het zat word.
"Stijn, pak dit eens aan. En gooi het in de prullenbak, commandeer ik.
"Hallo zeg, sputtert Stijn tegen, ik ben je slavie niet.
Nee, dat denk je maar. 't Zal waar wezen: vandaag wel.
Al gauw is er een prullenbak vol. Bijna allemaal oud papier. In de kliko, papierkliko ermee.
Ik zoek allerlei spul bij elkaar en sorteer het.
Moedig, niet bang voor de tegenwerpingen die komen gaan, breek ik de hut af. Opgebouwd van een speelgoedkist, een poppenhuis, dozen en voorraadbakken, allemaal aan elkaar gemaakt met plakband en schilderstape. Strak plan, hem schilderstape geven, dat verwijdert beter dan plakband zeg!
En als alles opgeruimd is, doe ik ook de la onder het bed.

Na zo'n tweeeneenhalf uur (!) Ja! Twee-en-een-half-uur!!! zijn we klaar. Nu alleen nog stoffen . De vloer is in elk geval weer leeg en de la is netjes.
Wat ik vond?
Vijf rollen plakband
Zes scharen
Zes schrijfblokjes.
Zeven portemonnee's. Leeg. Allemaal leeg. Helaas...
Drie prullenbakken oud papier
Eén prullenbak andere troep
Verzameling steentjes.
Verzameling houtjes
Verzameling knuffels, het meest geliefde speelgoed, die ik natuurlijk niet wegggooide...
Eten voor de knuffels: met name opengeknipte zakjes thee, zonder zakjes... Eetsmakelijk!
Verzameling was, vooral sokken, overal en nergens
Touw. Keykords. Sleutelhangers. Draden. Om verbindingen te maken.
Die hij kennelijk seeds kwijt was. Want de verbinding met de rust in zijn hoofd tref ik hier: geen rust, puinzooi, chaos. Tegenover boosheid, onrust, druk en zelfbepalend en chaotisch gedrag.

Dat laatste kom ik al snel weer tegen. Want wat moet je nu met zo'n nette kamer???
Dus terwijl ik de stofzuiger weg zet begint meneer opnieuw.
"Mam, ik ga een hut bouwen hoor!"
Samen maken we de grens.
"En na het spelen steeds weer opruimen he!" waarschuw ik Stijn.
Want ja, het is de eerste dag van de vakantie. Gespeeld zal er moeten worden. Maar begrensd.
Zodat die rolgordijnenman er zo nog bij kan!

Nou, als die zo bninnen komt zal hij wel den ken: Wow! wat een orde hier!! Haha.
Dan...ting-dong. Daar is-tie. Pfuh! net op tijd!

zaterdag 11 februari 2012

Patat

Tot zover.
He, stop je er mee, vraag je misschien. Nee! Helemaal niet.
Maar Stijn wel, zo lijkt het. Hij verwerkt in stilte.
We mogen er best over praten hoor en dingen benoemen. Maar verder is hij er klaar mee. In de goede zin van het woord: de diagnose te weten is genoeg.
Hij is na de diagnosestelling weer even heel lekker in zijn vel geweest, maar dat is weer over. Hij is nu weer zichzelf. Met de vele boze buien en woede uitbarstingen inbegrepen.
Maar dagelijks zie ik, heel vaak, dingen gebeuren. Accefietjes of zomaar gewone voorvalletjes, die voor hem heel moeilijk zijn.
Net nog, Jesse en Stijn aten bij opa en oma. En wat aten ze daar? Patat! Mmm, daar houd ik wel van, zegt Jesse. Stijn echter zegt niets, maar dat valt niet op in het gekwetter van Jesse.
Als ik de jongens op kom halen en oma zegt dat ze patat aten reageer ik, dom genoeg: dat lust Stijn helemaal niet! De verbazing van opa en oma is groot. Inderdaad, hij was erg stil tijdens het eten en heeft niet zoveel op. Maar...
Door alle reacties, van mij en grootouders, is Stijn bijna tot huilen toe bewogen. Hij houdt zich in. Maar ik zie een mengeling van boosheid, teleurstelling -waarom zegt mama dat nou!, angst, -worden ze nu boos? onbegrepen zijn, -wie lust er nu geen patat! en verdriet. Want eigenlijk waren het allemaal negatieve reacties. Troostvolle woorden als: wat goed dat je het toch hebt opgegeten kwamen eerst niet in ons op, later kwamen ze te laat.
Wat kan ik hieruit concluderen?
Stijn steunt erg op Jesse: wat hij doet is goed. En daaruit vloeit voort: geen assertiviteit en eigen mening, niet voor zichzelf opkomen: angst om te zeggen wat hij werkelijk wil en angst voor de reacties. Geen oplossingen kunnen bedenken: dit tegen opa en oma zeggen is er niet bij. Want hoe doe je dat? Terwijl de meeste kinderen van 7 dit wel kunnen loopt hij hierin achter. Hierdoor liep het bij opa en oma eten op een teleurstelling uit, ook omdat ik met grootouders had afgesproken én de jongens had gezegd dat ze brood zouden eten, met iets uit de frituurpan, kroketje of zo. En Stijn is gek op brood...
Gelukkig heeft Stijn van dit alles thuis helemaal geen last. Daar is hij de baas over wat Jesse doet en bepaalt hij het liefst alles voor ons. Zo zie je maar weer, het kan verkeren... Oost west, thuis best!

dinsdag 7 februari 2012

Verwerken: Ik heb McDD

Stijn laat z'n fiets, bam! vallen. Hij knalt de deur achter zich dicht en laat de jas vallen waar hij hem uitdoet. Zijn schoenen blijven aan, iets wat duidelijk tegen de regel is. Handen in de zij, gezicht op onweer. Boos, woest staat hij voor me. Alsof hij zeggen wil: kom op nou. Wat is de uitslag?
Nú herken ik zijn gedrag: het is pure angst die hij omzet in boosheid. Toen nog niet. Daardoor reageer je anders he. Zo van: Hang eerst je jas eens op. En doe zachter met de deur. Je schoenen moeten nog uit. Als je rustig bent zal ik het je vertellen.
Omdat ik al begreep dat zijn gedrag spanning verborg, heb ik dat allemaal maar niet gezegd. En terwijl ik vertel wat ik kwijt wil, wordt Stijn rustiger. Langzaam maar zeker zakt hij op de bank neer en luistert aandachtig naar wat ik hem vertel.
Zijn eerste reactie is verbazing. Ik? Heb ik hetzelfde als Jesse? Dat lijkt hem maar niets, zie ik aan zijn ogen. Die kunnen van het een op het andere moment direct op onweer staan. Nu ook. Maar gelukkig is het ook niet waar. Jesse's autisme is immers heel anders dan McDD. Hij heeft de klassieke vorm.
Ik vertel Stijn verder niet veel meer. Hij heeft al genoeg te verwerken. Alleen al het feit dat hij ook een vorm van autisme heeft is nu genoeg. Dat is aan alles te zien en aan het hele gedrag te merken.

Diezelfde avond krijg ik een mail van de juf. Er is nog iemand met deze diagnose in de klas. Iemand waarmee Stijn regelmatig speelt. Ik raad direct wie het is. Deze jongen gaat woensdag de klas vertellen over wat hij heeft. In de hoop op meer begrip. Hoe moet dat nu met Stijn? Meepraten? Thuisblijven? Iets zeggen? Niets zeggen? Als ik Stijn de vraag voorleg, wordt hij allereerst heel blij: Hij is niet de enige. Yesss!
Maar verder vindt hij het allemaal maar niets. We spreken af dat hij gewoon naar school gaat en zijn mond houdt. Mocht hij zich nu heel veilig voelen in de klas op dat moment, dan is hij altijd vrij te zeggen wat hij kwijt wil. Zo gezegd, zo gedaan. Stijn is die morgen super gespannen. Ik heb echt medelijden met hem. Natuurlijk zegt hij niets in de klas. Dat had ik ook niet verwacht. Hoeft ook niet. Op school loopt het meestal lekker, dus... Waarom zou hij? Anderzijds vond hij het leuk om de presentatie te horen. En het was heel herkenbaar voor hem. Hij heeft er veel van geleerd! En  merkte dat de kinderen het ook goed accepteren van zijn klasgenoot. Dat geeft hoop voor de toekomst!
Drie weken later vertrekt deze jongen. Naarhet speciaal onderwijs. Wat jammer. Bij mij slaat de schrik om het hart. Zou het ons ook zo vergaan? Maar nee, relativeer ik. Iedereen is anders. Ook met McDD!